237. La maison où j'ai grandi (1966) - Françoise Hardy

Françoise Hardy (Parijs, 17 januari 1944) tekende haar eerste contract met het platenlabel Disques Vogue in november 1961. In april 1962, kort nadat ze eindexamen had gedaan, verscheen haar eerste album Oh oh Chéri, met het titelliedje geschreven door Johnny Hallydays schrijfduo.

Voor het grote publiek breekt de zangers door op zondagavond 28 oktober 1962. Die avond wachten veel kijkers de uitslag af van het referendum over de Franse parlementsverkiezingen, in één van de muzikale intermezzo's zingt Françoise Hardy Tous les garçons et les filles. De de volgende dag en de volgende dagen wordt het nummer veel gedraaid op de Franse radio en in jukeboxen en tegen het einde van het jaar zijn er al een half miljoen singles van verkocht en uiteindelijk worden er zo'n 2 miljoen singles van Tous les garçons et les filles verkocht.

Ze had lang haar en droeg meestal jeans met een leren jasje en begeleidde zichzelf op de gitaar. De internationale impact van Tous les garçons et les filles, alsmede die van Hardy's uiterlijk en presentatie leidde ertoe dat de zangeres medio jaren zestig door sommigen werd gepresenteerd als 'Frankrijks antwoord op The Beatles'. Ze werd in die jaren ook populair in Spanje, Nederland, Denemarken, Canada, Japan en de Verenigde Staten, waar het modeblad Vogue een reportage van veertien pagina's geïllustreerd met foto's van haar maakt. Haar relatie met Disques Vogue komt onder spanning te staan over de auteursrechten van haar platen. Eind 1969 valt het vonnis van het proces: de firma Vogue wordt eigenaar verklaard van de nummers die van november 1962 tot november 1967 zijn geproduceerd en worden dus niet toegekend aan de zangeres, het is voor haar reden om eigen productiemaatschappij "Hypopotam" op richten en zo de rechten van haar nummers te behouden. 

15%20Francoise%20Hardy

[Foto: Mondadori via Getty Images]

 Haar nummer Comment te dire adieu is één van de grote hits van 1969. Deze terugkeer naar de top van de hitparade geeft een boost aan haar carrière maar ze heeft niet veel zin meer om op het podium te staan, haar optredens zijn alleen nog op televisie en zoveel mogelijk in playback. Hardy blijft nog lang actief in de muziekwereld, maar de grote internationale successen van de jaren zestig blijven uit.

Hardy zong soms in het Engels, Italiaans, Spaans, en Duits. In 1963 vertegenwoordigde ze Monaco bij het Eurovisiesongfestival met L'amour s'en va en bereikte de vijfde plaats. In 1968 ontving ze de Grand Prix du Disque Académie Charles Gros. In 1981 trouwde ze met haar oude vriend en collega Jacques Dutronc, met wie ze al een zoon had, Thomas Dutronc (1973). In mei 2000 had ze een comeback met het album Clair Obscur. Haar zoon speelde gitaar en haar man zong het duet Puisque vous partez en voyage. Ze woont tegenwoordig in de buurt van Parijs. 

(bron: fr.wikipedia.org/wiki/Françoise_Hardy, nl.wikipedia.org/wiki/Françoise_Hardy)

 MUZIEKNOOTLa maison où j'ai grandi is van oorsprong een Italiaans popnummer van Adriano Celentano, Il ragazzo della via Gluck" ("De jongen uit Gluck Street") gecoverd door artiesten uit vele andere landen. Het nummer werd uitgevoerd op het Sanremo-festival in 1966, waar het in eerste instantie weinig succes had. Het werd uitgeschakeld in de eerste competitieronde. Maar uiteindelijk kreeg het grote waardering bij fans, het is het meest representatieve nummer van Celentano, met veel autobiografische referenties; Via Gluck was de straat van Milaan, waar hij als jongen met het gezin woonde, en "acht jaar" ("...passano gli anni, ma 8 son lunghi......" wat betekent "...de jaren gaan voorbij, maar 8 is lang ....") is een verwijzing naar de top van Celentano's opnamecarrière van 1958 tot 1966.

Françoise Hardy coverde het als single in juni 1966, met Franse teksten van Eddy Marnay, onder de titel "La maison où j'ai grandi"; Het verscheen op haar album dat bekend staat als La maison où j'ai grandi. Het album werd uitgebracht zonder titel en is vooral te herkennen aan het nummer "La maison où j'ai grandi"; dat op het album staat als de grote hit. Hardy had Celentano's autobiografische lied "Il ragazzo della via Gluck" in januari 1966 in Sanremo zien uitvoeren en was er van onder de indruk. De Franse tekst is niet gerelateerd aan het originele, Italiaanse, nummer.

Terugkijkend op het nummer in 2004, zei Hardy dat ze een emotie van droefheid had toen ze het nummer hoorde, voor haar moeder, een assistent-accountant, die haar en haar jongere zus alleen had opgevoed.

La maison où j'ai grandi (Het huis waarin ik opgroeide) en alle herinneringen die er bij horen doet qua onderwerp, de terugkeer naar de jeugd en het verleden, een beetje denken aan Wim Sonneveld's 'Het dorp', dat verklaart wellicht ook de grote populariteit van dit Chanson in Frankrijk.

Tekst: La maison où j'ai grandi

Quand je me tourne vers mes souvenirs
je revois la maison où j'ai grandi,
il me revient des tas de choses,
je vois des roses dans un jardin.
Là où vivaient des arbres, maintenant
la ville est là,
et la maison, les fleurs que j'aimais tant
n'existent plus...

Ils savaient rire, tous mes amis,
ils savaient si bien partager mes jeux,
mais tout doit finir pourtant dans la vie
et j'ai dû partir, les larmes aux yeux.
Mes amis me demandaient pourquoi pleurer,
découvrir le monde vaut mieux que rester,
tu trouveras toutes les choses qu'ici
on ne voit pas,
toute une ville qui s'endort la nuit
dans la lumière.

Quand j'ai quitté ce coin de mon enfance,
je savais déjà que j'y laissais mon coeur,
tous mes amis enviaient ma chance,
mais moi je pense encor' à leur bonheur,
à l'insouciance qui les faisait rire,
et il me semble que je m'entends leur dire:
'je reviendrai un jour, un beau matin,
parmi vos rires,
oui, je prendrai un jour le premier train
du souvenir.

Le temps a passé et me revoilà,
cherchant en vain la maison que j'aimais;
où sont les pierres et où sont les roses,
toutes ces choses auxquelles je tenais,
d'elles et de mes amis plus une trace,
d'autres gens, d'autres maisons ont volé leur place.
Là où vivaient des arbres, maintenant la ville est là
et la maison, les fleurs que j'aimais tant n'existent plus.

Je ne sais pas où est ma maison,
la maison où j'ai grandi,
où est ma maison.

(Auteur: Adriano Celentano, Eddy Marnay, Luciano Beretta, Michele Del Prete
Componist: Adriano Celentano, Luciano Beretta, Michele del Prete)

X157%20La%20maison%20ou

Tekst: La maison où j'ai grandi (Het huis waarin ik opgroeide) - Nederlandse vertaling 

Het huis waarin ik opgroeide
Wanneer ik terugblik op mijn herinneringen
zie ik weer het huis waar ik ben opgegroeid
Allerlei dingen zie ik weer voor me
Ik zie rozen in een tuin.
Daar waar toen bomen leefden,
is nu de stad,
en het huis, de bloemen waar ik van hield die zijn er niet meer...

Wat konden ze lachen, al mijn vrienden,
Wat konden ze goed meedoen met mijn spel,
Maar aan alles in het leven komt een einde
en ik moest vertrekken, met tranen in de ogen.
Mijn vrienden vroegen mij waarom ik huilde,
de wereld ontdekken is beter dan blijven,
Jij zult daar al die dingen zien die men
hier niet zal vinden,
een hele stad die 's nachts gaat slapen
badend in licht.

Toen ik dit hoekje van mijn jeugd verliet,
wist ik al dat ik er mijn hart achter liet
Al mijn vrienden benijdden me om mijn geluk
Maar ik denk nog steeds aan hun vreugde,
aan de zorgeloosheid die hen deed lachen,
en het lijkt of ik mezelf tegen hen hoor zeggen
'ik kom terug op een dag, een mooie ochtend
tussen jullie gelach,
Ja, op een dag neem ik de eerste trein
van de herinnering.

De tijd ging voorbij en hier ben ik weer
tevergeefs op zoek naar het huis waar ik van hield.
Waar zijn de stenen en waar zijn de rozen
Al deze dingen waar ik zo aan gehecht was,
van hen en mijn vrienden is er geen spoor meer,
Andere mensen, andere huizen hebben hun plaats ingenomen.
Daar waar toen bomen leefden, is nu de stad
En het huis, de bloemen waar ik zo van hield, die zijn er niet meer.

Ik weet niet meer waar het is, mijn huis,
het huis waarin ik opgroeide,
waar is toch mijn huis.

(bron: muzikum.eu)

 


 

 

 

 

 

{{ message }}

{{ 'Comments are closed.' | trans }}