147. Paris canaille (1962) - Juliette Gréco
Juliette Gréco (Montpellier, 7 februari 1927 - Ramatuelle, 23 september 2020) had een afwezige Corsicaanse vader, Gérard Gréco; haar moeder Juliette Lafeychine kwam uit Bordeaux. Haar afkomst ligt gedeeltelijk in Griekenland. Ze ontving in haar jeugd geen liefde van haar moeder en had last van haar harde opmerkingen omdat ze een ongewenst kind was, zoals "Je bent mijn dochter niet. Je bent het kind van verkrachting". Ze werd samen met haar oudere zus Charlotte opgevoed door haar grootouders van moederskant in Bordeaux. Na de dood van haar grootouders nam haar moeder hen mee naar Parijs.
Gréco was in 1939 balletleerling in het Opéra de Paris. Tijdens de bezetting van Frankrijk door Nazi-Duitsland zat haar moeder in het verzet en was zij daar zelf ook bij betrokken. Toen ze echter gevangen werd genomen, werd ze niet gedeporteerd vanwege haar jonge leeftijd. In 1945 ontdekte Gréco het intellectuele en het politieke leven in Parijs. Zij speelde enkele theaterrollen (Victor ou les Enfants au pouvoir, 1946) en werkte aan een radio-uitzending gewijd aan poëzie. Haar vriend Jean-Paul Sartre installeerde haar in Hotel La Louisiane en merkte op dat Greco "miljoenen gedichten in haar stem had". Ze was bekend bij de vele schrijvers en kunstenaars die in Saint-Germain-des-Prés werken, zoals Albert Camus, Jacques Prévert en Boris Vian, en kregen zo de bijnaam 'la Muse de l'existentialisme'.
Gréco bracht de jaren na de bevrijding door met het bezoeken van de Saint-Germain-des-Prés-cafés en dompelde zich onder in de politieke en filosofische bohemiencultuur. Als vaste gast op muziek- en poëziepodia zoals Le Tabou aan de Rue Dauphine, leerde ze Jean Cocteau kennen en kreeg ze een rol in Cocteau's film Orphée (1950). In 1949 begon ze een affaire met de Amerikaanse jazzmuzikant Miles Davis. In 1957 besloten ze om alleen nog maar elkaars minnaar te zijn omdat hun carrière zowel in Frankrijk als de VS schade zou kunnen oplopen door een interraciale relatie te hebben. Ze bleven geliefden en vrienden tot aan zijn dood in 1991.
[Foto: onbekend / melody.tv/]
In maart 1956 gaf ze concerten in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, begeleid door de Nederlandse accordeonist Addy Kleijngeld. Zij vertrok naar New York en haar vertolkingen van Franse liedjes riepen veel enthousiasme op. Van 1959 tot 1963 wijdde ze zich aan het chanson en ontdekte enkele nieuwe talenten als Serge Gainsbourg, Guy Béart en Léo Ferré. In 1968 bedacht ze de formule van concerten die om 18.30 uur begonnen in het Théâtre de la Ville in Parijs. Daar zong ze een van haar bekendste chansons, Déshabillez-moi.
In mei 2001 kreeg ze hartproblemen tijdens een concert in Montpellier. Op 27 mei 2011 trad Gréco voor het eerst na dertien jaar weer op in Nederland. Haar afscheidstournee hield ze in 2015, waarbij ze Nederland aandeed tijdens de Nacht van de Poëzie en een optreden gaf in het Amsterdamse Koninklijk Theater Carré. Bekende nummers van Gréco zijn Déshabillez-moi en Je suis comme je suis.
(bron: en.wikipedia.org/wiki/Juliette_Gr%C3%A9co / nl.wikipedia.org/wiki/Juliette_Gr%C3%A9co)
Paris canaille is oorspronkelijk een nummer van Léo Ferré, opgenomen op zijn eerste album uitgegeven door Odéon in 1953. Het is het eerste commerciele succes van Ferré, het kreeg vooral bekendheid in de versie gezongen door Catherine Sauvage. Dankzij dit nummer klimt Ferré uit zijn onzekere financiële positie en krijgt hij bekendheid bij een breder publiek.
Naast Catherine Sauvage, de iconisch uitvoerende artieste van dit nummer, werd dit nummer uitgevoerd door Renée Lebas, Colette Renard, Juliette Greco, Yves Montand (aanvankelijk geweigerd toen Ferré hem dit chanson kwam brengen), Marc Ogeret en meer recent Isabelle Aubret of de zangeres Zaz (2014). Het is een nummer waarvan de originele tekst nogal wordt verknipt door hedendaagse artiesten. Wij hebben gekozen voor de uitvoering door Juliette Greco die op Youtube de populairste uitvoering heeft van dit chanson.
Paris canaille is ook de titelsong van de gelijknamige Franse komische film uit 1956 geregisseerd door Pierre Gaspard-Huit. Het scenario gaat over een jonge vrouw die Parijs bezoekt, waar ze verliefd wordt op een politieagent.
Tekst: Paris Canaille
Paris marlou
Aux yeux de fille
Ton air filou
Tes vieilles guenilles
Et tes gueulantes
Accordéon
Ça fait pas d'rentes
Mais c'est si bon
Tes gigolos
Te déshabillent
Sous le métro
De la Bastille
Pour se saouler
A tes jupons
Ça fait gueuler
Mais c'est si bon
Brins des Lilas
Fleurs de Pantin
Ça fait des tas
De p'tits tapins
Qui font merveille
En toute saison
Ça fait d'l'oseille
Et s'est si bon
Dédé-la-croix
Bébert d'Anvers
Ça fait des mois
Qu'ils sont au vert
Alors ces dames
S'font une raison
Elles s'font bigames
Et c'est si bon
Paris bandit
Aux mains qui glissent
T'as pas d'amis
Dans la police
Dans ton corsage
De néon
Tu n'es pas sage
Mais c'est si bon
Hold-up savants
Pour la chronique
Tractions avant
Pour la tactique
Un p'tit coup sec
Dans l'diapason
Rang' tes kopecks
Sinon c'est bon
À la la une, à la la deux
File-moi trois thunes, j'te verrai mieux
La toute dernière, des éditions
T'es en galère, mais c'est si bon
À la la der, à la la rien
T'es un gangster, à la mie d'pain
Faut être adroit, pour faire carton
La prochain' fois, tu seras peut-être bon
Paris j'ai bu
À la voix grise
Le long des rues
Tu vocalises
Y a pas d'espoir
Dans tes haillons
Seulement l'trottoir
Mais c'est si bon
Tes vagabonds
Te font des scènes
Mais sous tes ponts
Coule la Seine
Pour la romance
À illusion
Y a de l'affluence
Mais c'est si bon
Mômes égarées, dans les faubourgs
Prairie pavée, où pousse l'amour
Ça pousse encore, à la maison
On a eu tort, mais c'est si bon
Regards perdus, dans le ruisseau
Où va la rue, comme un bateau
Ça tangue un peu, dans l'entrepont
C'est laborieux, mais c'est si bon
Paris flon flon, t'as l'âme en fête
Et des millions, pour tes poètes
Quelques centimes, à ma chanson
Ça fait la rime, et c'est si bon
Auteur: Léo Ferré Componist: Léo Ferré)
Tekst: Paris Canaille (Parijs schorem) - Nederlandse vertaling
Vertaling door Henriëtte van der Staay - Limmen (NH)
Personificatie van Parijs, 'la grande dame', maar hier wordt de schaduwzijde van haar karakter getoond. De onderwereld van de armoede wordt geportretteerd - waaronder de clochards en straatmuzikanten, pooiers, mannelijke en vrouwelijke prostituees, bedelaars, zakkenrollers en ander dieventuig. Allen maken deel uit van deze grote stad.
Paris canaille bestaat totaal uit 17 coupletten. De tekst van de 13 coupletten die gezongen worden op de YouTube opname, is hieronder vertaald. Deze zendt zijn boodschap o.a. uit door gebruik te maken van enkele Parijse metrostations met hun associaties: Porte de La Bastille, Porte des Lilas en Porte de Pantin. De verwijzingen en interpretaties zijn van mijn eigen makelij in een poging de niet eenvoudige tekst te duiden.
Parijs tuig
Met meisjesogen
Je schurken uiterlijk
Je ouwe vodden
En je schreeuwers
Bij een accordeon
Het betaalt slecht
Maar het voelt zo goed
Jouw gigolo's
Kleden je uit
In de metro
Van La Bastille (1)
Om zich te bedrinken
Aan je rokken
Het maakt veel lawaai
Maar het voelt zo goed
Lelietjes van Lilas (2)
En origami van Pantin (3)
Dat levert veel
Kleine straatmadelieven op (4)
Die wonderen verrichten
in elk jaargetij
Het brengt centen op
En dat voelt zo goed
Dédé-het-kruis,
Bébert van Antwerpen (5)
Zitten al maandenlang
In de bajes
Dat geeft die dames
Een goede reden
Om bigamist te worden
En het voelt zo goed
Parijs bandiet
Met de vlugge handjes
Je hebt geen vrienden
Bij de politie
Binnen je bloesje
Van neon (6)
Ben je niet koosjer
Maar het voelt zo goed
Volleerde overvallers
Uit de misdaadrubriek
Voorwiel aandrijf
Voor de tactiek
Bij het allerminste geluid
Grijp je kopeken
En geef gas
Zo niet dan ben je goed de klos
Dat is één
Dat is twee
Geef mij drie geldstukken (7)
En ik zie je als een beter mens
Volgens de laatste
Berichten
Zit je in moeilijkheden
Maar het voelt zo goed
Oh jee
Oh jee niets
Je bent een gangster( 8)
Een kruimeldief
Je moet handig zijn
Om te kunnen scoren
De volgende keer
Zul je misschien goed zijn
Parijs "ik heb gedronken"
Met een beschonken stem
In de straten
Zing je dat
Er straalt geen hoop meer
Uit je lompen
Slechts het trottoir resteert
Maar het voelt zo goed
Jouw zwervers
Bezorgen je problemen
Maar onder je bruggen
Stroomt de Seine
Voor een romance
Tot de illusie ervan
Is het een drukte van belang
Maar het voelt zo goed
Afgedwaalde kinderen (9)
In de buitenwijken
Een verharde weide
Waar de liefde groeit
Het groeit zelfs
Nog thuis
Zij hadden ongelijk
Maar het voelt zo goed
(Mensen) Met een verloren blik
In de goot (10)
Waar de straat op uitloopt
Als op een boot
Schommelt het een beetje
Op het middendek
Het is harde arbeid
Maar het voelt zo goed
Parijs straatmuziek
Je hebt een feestelijke ziel
En miljoenen
Die voor jou dichten
Een paar centimes
Voor mijn chanson
Het rijmt ook nog
En het voelt zo goed
1) Verwijzing naar het metrostation La Bastille, plaats van de revolutie van het 'grauwe' volk.
2) Verwijzing naar het metrostation Porte des Lilas, een knipoog naar 1 mei wanneer men elkaar traditiegetrouw boeketjes lelietjes van dalen geeft. Waar vroeger de bloemenvelden begonnen en dat bekend staat als een plaats voor vrouwenprostitutie.
3) Verwijzing naar het metrostation Porte de Pantin, bekend om boeketjes papieren sterrenbloemetjes, marionetten en als een plaats voor mannenprostitutie.
4) De meisjes die op straat en in de café's boeketjes verkopen, worden hier meteen als nieuw vlees voor de seksindustrie aangekondigd.
5) Verwijzing naar bekende pooiers uit verhalen.
6) Neon staat voor de fel verlichte winkels, het verwijst naar winkeldiefstal.
7) Het betreft hier de bedelaars in Parijs.
8) Het betreft hier de zakkenrollers.
9) De probleemjongeren in 1962.
10) De mensen in de onderwereld van Parijs, worden samengevat onder één noemer.
{{ 'Comments (%count%)' | trans {count:count} }}
{{ 'Comments are closed.' | trans }}