295. Rotterdam (1970) - Léo Ferré

Léo Ferré (Monaco, 24 augustus 1916 - Castellina in Chianti, Italië, 14 juli 1993) was een Frans-Monegaskische dichter, muzikant en schrijver, componist en zanger van chansons. Léo Ferré was de zoon van Joseph Ferré, personeelsmanager bij het Monte Carlo Casino, en Marie Scotto, een Italiaanse coupeuse. Hij was een dynamische en controversiële live-artiest, wiens carrière in Frankrijk de jaren na de Tweede Wereldoorlog tot aan zijn dood domineerde. Hij bracht in deze periode zo'n veertig albums uit, hij componeerde de muziek en schreef de meerderheid van zijn teksten zelf. Hij bracht veel hitsingles uit, met name tussen 1960 en het midden van de jaren zeventig. In Nederland worden zijn nummers onder meer vertolkt door Wende Snijders.

Zijn vader wilde niet dat Léo Ferré zich op het conservatorium liet inschrijven, dus vertrok Ferré in 1935 naar Parijs om daar rechten te gaan studeren. Gedurende deze periode leerde hij zichzelf piano spelen en ontwikkelde hij zijn schrijverstalent verder. In 1939 keerde hij terug naar Monaco met een diploma politieke wetenschappen op zak en werd in datzelfde jaar gemobiliseerd. In augustus 1940 werd hij demobiliseerd.

Aan het begin van de zomer van 1946 vertrok Léo Ferré definitief naar Parijs, waar hij voor drie maanden een contract had bij het bekende Parijse cabaret Le Boeuf sur le toit. Het werden zeven psychisch en financieel uitputtende jaren in Parijs, met uiteindelijk een klein stukje erkenning toen enkele bekende zangers en zangeressen, o.a. Edith Piaf, Henri Salvador en later ook Yves Montand en Les frères Jacques, zijn teksten gingen vertolken.

X59%20Leo%20Ferre%202

[Foto: Platiau / AFP - Léo Ferré in concert l’Olympia, Parijs, oktober 1984]  

Ferré was afwisselend sarcastisch, bitter, spottend (Les Parisiens), antimilitaristisch (Miss guéguerre), ironisch en sexistisch (Les femmes), teder (Nous deux), romantisch (Vingt ans), een anarchist (Thank you Satan, 1961) die tekeer ging tegen zijn tijdperk. Sommige chansons waren op de radio verboden. In 2003 werd er postuum een album uitgebracht met de naam Les Chansons interdites ... et autres. Dit album Verboden liedjes en andere was in 1961 opgenomen, waarvan acht titels door zelf-censuur van de platenmaatschappij Barclay nooit eerder waren uitgebracht.

In 1968 ontstond er een breuk tussen Léo Ferré en zijn toenmalig echtgenote Madeleine Rabereau. In het trieste chanson Avec le temps beschreef Léo Ferré in 1969 zijn diepe en bittere teleurstelling in de liefde. Léo Ferré gaf Madeleine de schuld van de dood in 1968 van hun chimpansee Pépée. Pépée was in het voorjaar van 1968 in het bijzijn van Léo Ferré uit een boom gevallen en was ernstig gewond geraakt. Léo Ferré had toen overigens al een buitenechtelijke relatie met wie hij in 1974 zou trouwen. Sinds de val was Pépée niet meer benaderbaar. Toen Léo Ferré na een optreden in maart 1968 niet naar huis kwam, vroeg een radeloze Madeleine aan een buurman om Pépée dood te schieten. Avec le temps werd pas in 1971 uitgebracht op een 45 toerenplaat.

Ondertussen was zijn succes enorm toegenomen onder de Franse jeugd, die in hem de dichter/profeet zag die hun eigen rebelse gevoelens onder woorden bracht. Het was ook een moeilijke tijd voor Ferré, want zijn tegenstanders, die "Gauchisten" werden genoemd, verstoorden zijn optredens. Met de kleinerende term "Gauchisten" werden de aanhangers van het Trotskisme aangeduid, in Frankrijk ook nu nog populair. Vanaf 1948 maakte Léo Ferré deel uit van het libertaire (anarchistische) circuit in Parijs en nam deel aan alle optredens die werden georganiseerd door de anarchistische krant "Le Libertaire" en de Franse Fédération anarchiste, die deel uitmaakt van de Internationale van Anarchistische Federaties. Tijdens zijn leven weigerde Ferré in 1986 om de Grand Prix de la chanson française te ontvangen. Ook weigerde hij de rang van commandeur in de Franse Orde van Kunsten en Letteren. Een aantal van zijn chansons behoren tot de klassiekers van de in Frankrijk zoals Avec le temps, C'est extra, Jolie Môme en Paris canaille. Op 14 juli 1993 overleed Léo Ferré thuis in Toscane op 76-jarige leeftijd. Hij werd in besloten kring begraven op de begraafplaats in Monaco, waar ook Joséphine Baker, Anthony Burgess en Roger Moore begraven zijn.  

(bron: ttps://nl.wikipedia.org/wiki/L%C3%A9o_Ferr%C3%A9)

MUZIEKNOOTRotterdam uitgevoerd door een chansonnier en dan niet door de eerste de beste, Leo Ferre ! Weer eens heel wat anders dan Franse zangers die over Parijs zingen. Het werd voor het eerst door Ferré  gezongen in het Parijse theater Bobino in 1969. De studioversie verscheen in 1970 op het album Amour Anarchie. Rotterdam zou een reactie zijn op het nummer Amsterdam van Jacques Brel, waarvan het succes de ergernis van Léo Ferré zou hebben aangewakkerd.

Tekst: Rotterdam

Il n'en restait plus qu'un et c'était celui-là
Un port du Nord ça plaît, surtout quand on n'y est pas
Ça fait qu'on voudrait y être, ça fait qu'on n'sait pas bien
S'il faut s'taper l'poète ou s'taper la putain d'Rotterdam

Où y a pas qu'des putains, où y a pas qu'des marins
Où y a des chiens perdus et les enfants des rues
Où y a pas qu'des marchands, où y a pas qu'des chalands
Où y a des vieux chevaux qui bridgent avec la mort
Où y a des flics chinois qui se prennent pour la reine
Où y a des filles en soie qui font couler leur gaine
Sur le bord du trottoir, comme un chagrin de plus
Qui traînera ce soir, tout le long de la rue
Si au moins ça pouvait r'ssembler à Rotterdam

Où y a des rats crevés comme y en a à Paris
Où y a des chats croisés avec des vieilles souris
Où y a pas qu'de l'import, où y a bien loin du port
Des amants qui se font et puis qui se défont
Où y a pas qu'des banknotes au seuil des minijupes
Et des mecs qui s'occupent à placer leur cam'lote
Où y a des malheureux qui donneraient leur cul
Si en donnant son cul, on était bienheureux
Si au moins ça pouvait r'ssembler à Rotterdam

Où y a des assassins planqués dans leur whisky
Et puis des insensés qui pass'ront pas la nuit
Où y a pas qu'du tabac au goût de caramel
Où y a de pauv's soldats qui s'farciraient l'Carmel
Où y a un Christ debout derrière un bar de nuit
Qui cause avec le bout avec le bout d'la nuit
Où y a des exilés qui sortent leur exil
Dans le ciel barbelé d'une publicité con
Si au moins ça pouvait r'ssembler à Rotterdam

Où je n'irai jamais, car je vais au soleil
Où tu n'iras jamais car partout c'est pareil
Je prends le train du Sud, tu prends le train du Sud
Il prend le train du Sud jusqu'au bout de la nuit
Si au moins ça pouvait r'ssembler à l'Italie  

(Auteur en componist: Léo Ferré)

X186%20Rotterdam 

Tekst: Rotterdam - Nederlandse vertaling

Er bleef er nog maar een van over
en dat was die daar
Een haven van het Noorden, dat bevalt
Vooral als men er niet is
Daardoor wil men er zijn
Daardoor weet men niet zo goed
Of men de dichter moet pakken
Of men de hoer moet pakken, van Rotterdam

Waar niets dan hoeren zijn
Waar niets dan zeelui zijn
Waar zwerfhonden zijn
En de straatkinderen
Waar niets dan handelaren zijn
Waar niets dan platte schuiten zijn
Waar er oude paarden zijn
Die bridgen met de dood
Waar chinese smerissen zijn
Die zich de koningin wanen
Waar meisjes zijn in zijde
Die hun hun corset laten zakken
op de rand van de stoep
als nog meer verdriet
dat deze avond zal laten duren
tot het eind van de straat
als dat tenminste op
Rotterdam zou kunnen lijken

Waar verrotte ratten zijn
Zoals die er zijn in Parijs
Waar bastaardkatten zijn
met oude muizen
Waar niets dan import is

Waar er wat verder van de haven
geliefden zijn die het met elkaar doen
En die het dan weer uitmaken
Waar er niets dan geldbriefjes
aan onderkant van minirokjes zijn
En kerels die bezig zijn
hun rommel (handelswaar) uit te stallen
Waar er ongelukkigen zijn
Die hun kont zouden geven
als je je kont geeft
dan was men gelukzalig
als dat tenminste op
Rotterdam kon lijken

Waar er moordenaars zijn
Verscholen achter hun whiskey
En verder waanzinnigen zijn
die de nacht niet zullen doorstaan
Waar er alleen maar tabak is
met de smaak van caramel
Waar er arme soldaten zijn
die een karmelieter non zouden pakken

Waar er een herrezen Christus is
achter een nachtcafe
die babbelt met het einde
met het einde van de nacht
Waar er ballingen zijn
die uit hun ballingsoord komen
in het weerbarstige klimaat
van een lullige advertentie / openbaarheid
als dat tenminste op
Rotterdam kon lijken

Waar ik nooit heen zal gaan
Want ik ga naar de zon
Waar jij nooit heen zal gaan
Want overal is het hetzelfde
Ik neem de trein naar het zuiden
Jij neemt de trein naar het zuiden
Hij neemt de trein naar het zuiden
Tot het eind van de nacht
als dat tenminste op
Italië zou kunnen lijken

(bron: Paul van Buuren 'semi-letterlijke en een vrijere vertaling')


 

 

 

 

 

 

{{ message }}

{{ 'Comments are closed.' | trans }}