290. L'Eau vive (1958) - Guy Béart
Guy Béart, geboren als Guy Béhar-Hassan (Caïro, 16 juli 1930 – Garches, 16 september 2015), stamde uit een Joodse familie. Zijn jeugd bracht hij onder meer door in Frankrijk, Griekenland, Mexico, Egypte en Libanon. Op 17-jarige leeftijd vestigde hij zich in Parijs, waar hij studeerde aan de École nationale de musique en ook een ingenieursopleiding volgde. Na het overlijden van zijn vader was hij actief als ingenieur, terwijl hij een opleiding volgde aan de École nationale des ponts et chaussées. Muziek bleef op de achtergrond, waaronder het schrijven van teksten en muziek voor het lokale cabaret onder de artiestennaam "Guy Béart". Zijn talent werd ontdekt en hij mocht hierdoor werk schrijven voor Juliette Gréco, Jacques Canetti en Boris Vian.
Guy Béart bracht een eigen album uit, dat in 1958 de prestigieuze Grand Prix de l'Académie du Disque français won. Verlegen van aard had Béart aanvankelijk last van plankenkoorts en worstelde hij met zichzelf tijdens zijn concertdebuut in het Olympia theater in Parijs. Béart brak door met het nummer "L'Eau vive", de soundtrack van de gelijknamige film. Daarna trad hij ook zelf meer op als zanger en in de jaren '60 volgden nog enkele grote successen met "Le grand chambardement", "Les grands principes" en "La vérité".
Ondanks zijn plotselinge roem, sneeuwde Béart's zangcarrière al snel onder door de opkomende Amerikaanse rock-'n-roll. Hij vond zichzelf echter opnieuw uit als gastheer van een televisieshow met musicalsterren uit verschillende genres, zo bleef hij in de publieke belangstelling. Nadat de televisieshow van Béart in 1970 eindigde, nam zijn populariteit af, maar hij bleef nieuwe muziek opnemen die gemakkelijk werd gekocht door een trouwe aanhang. Hij was de medecomponist van de Luxemburgse inzending van 1977 op het Eurovisie Songfestival.
[foto: lepoint.fr]
Aan het begin van de jaren tachtig was hij bijna volledig uit de schijnwerpers verdwenen en, hoewel hij slechts begin vijftig was, leed hij aan een aantal ernstige gezondheidsproblemen. In 1987 publiceerde hij een boek over zijn ziekte getiteld L'Espérance folle, waarvoor hij de de Balzac-prijs ontvangt. Dat, gecombineerd met het filmsucces van zijn dochter in de kaskraker Manon of the Spring zorgde voor een heropleving van populariteit. Meer dan 25 jaar na zijn eerste optreden in het Parijse theater Olympia keerde hij terug voor een reeks zeer succesvolle uitvoeringen.
In 1994 ontving Béart de Grand Prix de l'Académie française als erkenning voor zijn prestaties gedurende zijn lange carrière. Hij bleef optreden op verschillende locaties in heel Frankrijk en deed in 1999 een voorstelling van vijf weken in Bobino in Montparnasse die zo populair was dat het een succesvolle heruitgave van zijn dubbelalbum mogelijk maakte als live-album opgenomen in het Olympia theater. In 2010 nam hij afscheid als zanger met een laatste plaat, "Le meilleur des choses", en een optreden in het beroemde Parijse L'Olympia. Béart was gehuwd en kreeg in 1963 een dochter, de actrice Emmanuelle Béart. Hij overleed in 2015 na een val op het trottoir, vermoedelijk veroorzaakt door een hartaanval.
(bron: nl.wikipedia.org/wiki/Guy_Guy Béart / en.wikipedia.org/wiki/Guy_Béart)
L'Eau vive is geschreven, gecomponeerd en uitgevoerd door Guy Béart in 1958. Het was een enorm succes en blijft een klassieker uit het repertoire van Guy Béart.
In 1957 kwam de carrière van Guy Béart in een stroomversnelling. Bekroond met de l'Académie du disque français prijs voor zijn eerste 33-toerenalbum stond hij in het voorprogramma van de Italiaanse zangeres Caterina Valente in Olympia, waar hij ondanks zijn geheugenverlies en zijn oncontroleerbare lach veel succes had.
Het jaar daarop werd hij gekozen om de muziek te componeren voor de film van François Villiers, L'Eau vive, naar de roman van Jean Giono. Ondanks de selectie op het festival van Cannes blijft de film relatief onopgemerkt door het publiek. Het hoofdnummer, L'Eau vive, dat regelmatig terugkomt in de film, wordt echter een groot commercieel succes dat de carrière van Guy Béart echt lanceerde. L'eau vive komt op 14 juni 1958 in de hitparade en staat maar liefst 92 weken in de Franse hitparade en in 1959 drie weken op nummer 1, met als bonus een paar grappige of politieke parodieën. En heel snel was de gelijknamige film waarvan het de soundtrack was, vergeten. L'Eau vive wordt al snel gezongen op scholen, als een folklorestandaard, het is de eerste keer dat dit een levende zanger is overkomen, en bovendien in de allereerste jaren van zijn carrière.
Het nummer dankt een essentieel deel van zijn succes aan de eenvoud van de melodie en de tekst. Behalve twee verzen van de derde strofe, Guy Béart gebruikt slechts drie rijmpjes: o, ive en é. In tegenstelling tot geruchten die al jaren de ronde doen, heeft het geen verborgen of impliciete erotische dubbele betekenissen. Het heeft de melodie van een slaapliedje, maar het is gewoon een heel mooi en eenvoudig deuntje.
Tekst: L'Eau vive
Ma petite est comme l'eau, elle est comme l'eau vive
Elle court comme un ruisseau, que des enfants poursuivent
Courez, courez vite si vous le pouvez
Jamais, jamais vous ne la rattraperez
Lorsque chantent les pipeaux, lorsque danse l'eau vive
Elle mène mes troupeaux au pays des olives
Venez, venez, mes chevreaux, mes agnelets
Dans le laurier, le thym et le serpolet
Un jour que sous les roseaux, sommeillait mon eau vive
Vinrent les gars du hameau, pour l'emmener captive
Fermez, fermez votre cage à double clé
Entre vos doigts, l'eau vive s'envolera
Comme les petits bateaux emportés par l'eau vive
Dans ses yeux les jouvenceaux voguent à la dérive
Voguez, voguez, demain vous accosterez
L'eau vive n'est pas encore à marier
Pourtant un matin nouveau à l'aube mon eau vive
Viendra battre son trousseau aux cailloux de la rive
Pleurez, pleurez, si je demeure esseulé
Le ruisselet, au large s'en est allé
(Auteur: Guy Beart)
Tekst: L'Eau vive - Nederlandse vertaling
Mijn meisje is zoals het water
Zij is als levenswater
Zij loopt snel net als een beek
Die door kinderen wordt gevolgd
Loop snel, loop snel,
Zo snel als jullie maar kunt
Nooit, nee nooit, nee
Nooit halen jullie haar in
Wanneer de (blok)fluiten zingen
Wanneer ’t levend water danst
Dan leidt zij mijn kuddes
Naar het land van de olijven
Kom toch, kom toch
Mijn bokjes, mijn lammetjes
In de velden van laurier
Van wilde en gewone tijm
Op een dag toen onder de rozenstruiken
Mijn levend water lag te dutten
Kwamen de jongens uit het dorp
Om haar gevangen mee te voeren
Sluit dan, sluit dan
Uw kooi met dubbel slot
Tussen uw vingers door
Zal het levende water wegvliegen
Zoals de bootjes meegevoerd
worden door ’t levend water
drijven de jongelingen mee
in haar mooie ogen
Vaar maar, vaar maar,
Morgen komen jullie weer aan wal,
Het levend water
Is nog niet klaar om te trouwen
Maar toch op een mooie ochtend,
De vroege ochtend van mijn levend water
Zal ze haar uitzet komen opeisen
van de stenen van de waterkant.
Huil maar, huil maar
Als ik eenzaam achterblijf,
Het beekje
heeft het ruime sop gekozen
(bron: songteksten.net)
{{ 'Comments (%count%)' | trans {count:count} }}
{{ 'Comments are closed.' | trans }}