180. Le petit bonheur (1951) - Félix Leclerc

 Félix Leclerc, (2 augustus 1914-8 augustus 1988) was een Frans-Canadese zanger-tekstschrijver, dichter, schrijver, acteur en politiek Québéc activist. Leclerc werd geboren in La Tuque, Quebec, Canada, als zesde in een gezin van elf kinderen. Hij begon zijn studie aan de Universiteit van Ottawa maar werd gedwongen te stoppen vanwege de Grote Depressie.

Leclerc had verschillende baantjes voordat hij radio-omroeper werd in Québec City en Trois-Rivières van 1934 tot 1937. In 1939 begon hij te werken als schrijver bij Radio-Canada in Montréal, waar hij scripts ontwikkelde voor radiodrama's. Hij zong er enkele van zijn vroegste liedjes. Hij speelde ook in verschillende drama's, waaronder Un Homme et son péché. Hij publiceerde een aantal scripts en richtte een toneelgezelschap op dat toneelstukken speelde in heel Québec.

In 1950 werd hij ontdekt door de Parijse impresario Jacques Canetti, en trad hij met groot succes op in Frankrijk. Hij tekende een platencontract bij Polydor Records. Hij keerde in 1953 terug naar Québec. In 1958 ontving hij de hoogste onderscheiding van de Académie Charles Cros in Frankrijk voor zijn tweede album. In latere jaren ontving hij nog meer onderscheidingen zoals de Orde van Canada in 1971, de Nationale Orde van Québec en werd een Chevalier van het Franse Légion d'honneur in 1986.

X101%20Felix%20Leclerc

[Foto: Wikipedia / Library and Archives Canada] 

Hij werd op 20 december 1968 benoemd tot Officier in de Orde van Canada. Leclerc werd postuum opgenomen in de Canadese songwriters Hall of Fame voor zijn liedjes "Moi, mes souliers", "Le P'tit Bonheur" en "Le Tour de l'île" in 2006.

Hij stierf in zijn slaap in Saint-Pierre-de-l'Île-d'Orléans, Québec, in 1988. In 1989 werd daar een monument ter nagedachtenis aan hem gebouwd. Verschillende parken, wegen en scholen in Québec zijn naar hem vernoemd. De Félix Awards, toegekend aan artiesten uit Quebec, zijn naar hem vernoemd. In 2000 eerde de regering van Canada hem met een postzegel. Zijn semi-autobiografische roman Pieds nus dans l'aube werd door zijn zoon, filmmaker Francis Leclerc, bewerkt als de film Barefoot at Dawn in 2017. 

(bron: en.wikipedia.org/wiki/F%C3%A9lix_Leclerc)  

 MUZIEKNOOTLe petit bonheur verscheen op de CD Les 100 plus belles chansons françaises 1950-1969 ...Le petit bonheur verscheen op zijn eerste album uit 1951. Het nummer werd ook gecoverd door Dalida, De kaasmaker Fromagerie Bergeron eerde Félix Leclerc door een kaas naar het nummer Le petit bonheur te vernoemen.

Tekst: Le petit bonheur

C'était un petit bonheur
Que j'avais ramassé
Il était tout en pleurs
Sur le bord d'un fossé
Quand il m'a vu passer
Il s'est mis à crier:
"Monsieur, ramassez-moi
Chez vous amenez-moi".
Mes frères m'ont oublié, je suis tombé, je suis malade
Si vous n'me cueillez point, je vais mourir, quelle ballade !
Je me ferai petit, tendre et soumis, je vous le jure
Monsieur, je vous en prie, délivrez-moi de ma torture".

J'ai pris le p'tit bonheur
L'ai mis sous mes haillons
J'ai dit: " Faut pas qu'il meure,
Viens-t'en dans ma maison".
Alors le p'tit bonheur
A fait sa guérison
Sur le bord de mon coeur
Y avait une chanson.
Mes jours, mes nuits, mes peines, mes deuils, mon mal, tout fut oublié;
Ma vie de désoeuvré, j'avais dégoût d'la r'commencer,
Quand il pleuvait dehors ou qu'mes amis m'faisaient des peines,
J'prenais mon p'tit bonheur et j'lui disais: "C'est toi ma reine".

Mon bonheur a fleuri,
Il a fait des bourgeons.
C'était le paradis,
Ça s'voyait sur mon front.
Or un matin joli
Que j'sifflais ce refrain,
Mon bonheur est parti
Sans me donner la main.
J'eus beau le supplier, le cajoler, lui faire des scènes,
Lui montrer le grand trou qu'il me faisait au fond du coeur,
Il s'en allait toujours, la tête haute, sans joie, sans haine,
Comme s'il ne pouvait plus voir le soleil dans ma demeure.

J'ai bien pensé mourir
De chagrin et d'ennui,
J'avais cessé de rire
C'était toujours la nuit.
Il me restait l'oubli,
Il me restait l'mépris,
Enfin que j'me suis dit:
"Il me reste la vie".
J'ai repris mon bâton, mes deuils, mes peines et mes guenilles,
Et je bats la semelle dans des pays de malheureux.
Aujourd'hui quand je vois une fontaine ou une fille,
Je fais un grand détour ou bien je me ferme les yeux...(Bis).

(Auteur: Félix Leclerc)  

X101%20Le%20petit%20bonheur

Tekst: Le petit bonheur - Nederlandse vertaling

Vertaling door Henriëtte van der Staay - Limmen (NH)

 Het was een klein gelukje
Dat ik had opgeraapt
Het was helemaal in tranen
Aan de kant van een sloot
Toen het mij voorbij zag komen
Begon hij te schreeuwen:
"Meneer raap mij op,
Neem mij mee naar huis".
"Mijn broers zijn mij vergeten, ik ben gevallen, ik ben ziek
Als u mij niet oppikt, zal ik sterven, wat een drama!"
"Ik zal me kleinmaken, gevoelig zijn en onderdanig, ik zweer het u
Meneer alstublieft, verlos mij van mijn marteling".

Ik heb het kleine gelukje opgepakt
Hem onder mijn vodden genomen
Ik heb gezegd: "Hij moet niet sterven,
Kom maar mee naar mijn huis".
Toen is het kleine gelukje
Helemaal genezen
En op de rand van mijn hart
Ontsproot een lied.
Mijn dagen, mijn nachten, mijn verdriet, mijn rouw, mijn pijn, alles was vergeten;
Mijn nutteloze leven, ik walgde om daar weer aan te beginnen,
Wanneer het buiten regende of wanneer mijn vrienden moeilijk deden
Nam ik mijn kleine gelukje en zei tegen haar: "Jij bent mijn koningin".

Mijn geluk heeft gebloeid,
Hij heeft knoppen gekregen.
Het was het paradijs,
Het was te zien op mijn voorhoofd.
Maar op een mooie ochtend
Toen ik dit refreintje floot,
Is mijn geluk vertrokken
Zonder mij de hand te schudden
Tevergeefs heb ik hem gesmeekt, hem geknuffeld, scènes gemaakt,
Hem het grote gat getoond dat hij maakte diep in mijn hart,
Hij ging toch, het hoofd opgeheven, zonder vreugde, zonder haat,
Alsof hij de zon niet meer kon zien in mijn huis.

Ik dacht echt dat ik zou sterven
Van verdriet en van het leed,
Ik had opgehouden te lachen
Het was altijd nacht.
Wat mij restte was vergetelheid,
Wat mij restte was minachting,
Uiteindelijk heb ik tegen mijzelf gezegd:
"Wat mij rest is het leven".
Ik heb mijn stok weer opgepakt, mijn rouw, mijn verdriet en mijn vodden,
En ik ga ijsberen in het rijk der ongelukkigen.
Vandaag de dag als ik een fontein of een meisje zie
Loop ik een flink eind om of doe ik mijn ogen dicht….(bis)


 

 

 

 

{{ message }}

{{ 'Comments are closed.' | trans }}