1. Les trois cloches (1945) - Édith Piaf
Édith Piaf is het pseudoniem van Édith Giovanna Gassion (Parijs, 19 december 1915 – Grasse, 10 oktober 1963), die als Franse zangeres wereldwijde bekendheid kreeg. Bijgenaamd "la Môme Piaf", was ze een music hall en variétézangeres. Een buitengewone persoonlijkheid, ze zal vele componisten inspireren en ondanks ernstige gezondheidsproblemen internationale faam verwerven. Édith Piaf was ook een actrice in theater en film. Haar bekendste chansons, zijn: La Vie en rose, Non, je ne regrette rien en Milord (geschreven door Georges Moustaki).
Piaf werd in Parijs geboren als dochter van een Italiaans-Berberse kroegzangeres en een Franse acrobaat. Édith Piaf werd geboren in een zeer arm gezin. Volgens de legende werd ze geboren op de trappen van de voordeur van een gebouw. Ze werd opgevoed door haar grootmoeder, die in Normandië een bordeel uitbaatte. Haar debuut als zangeres maakte zij rond haar vijftiende jaar als straatzangeres. Toen Piaf 17 jaar was, kreeg ze een dochter (Marcelle), verwekt door Louis Dupont, een Parijse koerier op wie zij verliefd geworden was. Het kind overleed op tweejarige leeftijd aan een hersenvliesontsteking.
Ze kent een moeilijke start in het leven en moest zich zelfs prostitueren om een paar centen te verdienen. In het najaar van 1935 zong Édith Piaf op straat nummers uit het repertoire van Fréhel (een beroemde zanger van die tijd) en werd hierbij op twintigjarige leeftijd als zangeres ontdekt door de eigenaar van het Parijse Cirque Médrano. In 1936 trad zij voor het eerst op in dat theater. Piaf was bij publieke optredens erg nerveus. Nachtclubeigenaar Louis Leplée moedigde haar aan desondanks door te gaan en gaf haar de bijnaam La Môme Piaf (De kleine mus). Leplée werd korte tijd later vermoord. Piaf werd verdacht van medeplichtigheid, maar ze werd vrijgesproken.
[foto: Lipnitzki / Roger Viollet / Getty Images]
Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog schreef Piaf haar befaamde nummer La Vie en rose. Zij was toen zowel bij de Duitse bezetters als onder de Franse bevolking een geliefde zangeres. Ze onderbrak haar carrière niet in de oorlog en gaat zelfs zingen in Duitsland. Ze zal na de oorlog niet worden berecht, want ze zong voor Franse gevangenen in Duitsland en zou hebben weten te ontsnappen aan soldaten uit nazi-Duitsland. Na de oorlog trad ze overal in Europa op en breidde haar roem zich buiten Frankrijk uit. In 1955 had ze zelfs een grote carrière in de Verenigde Staten. Ze zingt regelmatig in Carnegie Hall in New York. Haar tragische leven wordt weerspiegeld in haar muziek, met als specialiteit de met hartverscheurende stem voorgedragen scherpe ballade.
Piaf overleed op 47-jarige leeftijd aan een inwendige bloeding in Plascassier (gemeente Grasse) op 10 oktober 1963. Aan het einde van haar leven was Edith Piaf uitgeput en ziek. Ze is uitgeput door alcohol, morfine en het lijden van haar leven. Haar lichaam werd per ambulance naar haar huis in Parijs overgebracht, waar het voor het publiek werd opgebaard. Haar begrafenis trok honderdduizenden belangstellenden en de plechtigheid bij de begraafplaats werd geblokkeerd door meer dan veertigduizend bewonderaars. Charles Aznavour, die de start van zijn carrière aan Piaf te danken had - ze ging met hem op reis in Frankrijk en de Verenigde Staten -, herinnerde eraan dat de begrafenis van Piaf het enige moment was na de Tweede Wereldoorlog dat het verkeer in Parijs stillag.
Édith Piaf had veel romantische relaties, met name met bokser Marcel Cerdan en met de zangers Yves Montand en Georges Moustaki (tekstschrijver van het nummer Milord, één van zijn grootste hits). Ze trouwde twee keer: met zanger Jacques Pills (van 1952 tot hun scheiding in 1956), daarna met Théo Sarapo (van 1962 tot zijn dood in 1963). Vandaag de dag wordt zij herinnerd en gerespecteerd als een van de grootste zangeressen die Frankrijk ooit heeft gehad. Haar leven had echter verschillende kanten: haar beroemdheid contrasteerde scherp met haar droevige persoonlijke leven.
(bronnen: fr.vikipedia.org, nl.wikideck.com, nl.wikipedia.org)
Les trois cloches is een Franstalig lied, geschreven door de Zwitserse dichter en componist Jean Villard (1895-1982) in 1939. Het lied werd in 1948 door Bert Reisfeld in het Engels vertaald als The Three Bells. Een jaar later maakte Dick Manning een alternatieve vertaling: While the Angelus Was Ringing. Zowel in het Frans als in het Engels werd het door diverse artiesten opgenomen. Het lied beschrijft drie episoden uit het leven van Jean-François Nicot. Bij alle drie de gelegenheden luiden de klokken van het kleine kerkje in de vallei waar hij zijn leven doorbrengt: als hij gedoopt wordt, als hij trouwt met zijn Elise en bij zijn uitvaart.
Villard werd waarschijnlijk geïnspireerd door een volksliedje uit het Zwitserse kanton Valais (Wallis).
Het lied werd voor het eerst bekend in een versie van Édith Piaf, begeleid door Les Compagnons de la chanson. Marc Herrand, die bij de Compagnons de muzikale leiding had, was verantwoordelijk voor het arrangement. Piaf en de Compagnons zongen het lied voor het eerst tijdens hun tournee door de Verenigde Staten in 1945/1946.
Het Franstalige lied is ook uitgevoerd door Mireille Mathieu in 1997 en Tina Arena in hetzelfde jaar. Arena’s versie werd in 2000 als single uitgebracht. Deze haalde de vierde plaats in de Franse en de eerste plaats in de Frans-Belgische hitparade. Het nummer is ook opgenomen in het Italiaans als Le tre campane, in het Spaans als Jimmy Brown (door de groep Mocedades), in het Duits als Wenn die Glocken hell erklingen, in het Zweeds als Och vi hörde klockor ringa en in het Nederlands als De drie klokken (door o.a. Bob Scholte en de Zangeres Zonder Naam).
André van Duin parodieerde het lied in 1982 als Bim bam. Een koster kan niet ophouden met het luiden van de klokken en komt om het leven als een klepel naar beneden komt. Gekoppeld met Als je huilt stond het nummer vier weken op de eerste plaats in de Single Top 100.
Tekst: Les Trois Cloches
Village au fond de la vallée
Comme égaré, presqu'ignoré
Voici qu'en la nuit étoilée
Un nouveau-né nous est donné
Jean-François Nicot qu'il se nomme
Il est joufflu, tendre et rosé
À l'église, beau petit homme,
Demain tu sera baptisé...
Une cloche sonne, sonne
Sa voix d'écho en écho
Dit au monde qui s'étonne:
"C'est pour Jean-François Nicot"
C'est pour accueillir une âme
Une fleur qui s'ouvre au jour
A peine, à peine une flamme
Encore faible qui réclame
Protection, tendresse, amour...
Village au fond de la vallée
Loin des chemins, loin des humains
Voici qu'après dix-neuf années
Coeur en émoi, le Jean-François
Prend pour femme la douce Élise
Blanche comme fleur de pommier
Devant Dieu, dans la vieille église
Ce jour il se sont mariés...
Toutes les cloches sonnent, sonnent
Leurs voix d'écho en écho
Merveilleusement couronnent
La noce à François Nicot
"Un seul coeur, une seule âme"
Dit le prêtre, "et pour toujours
Soyez une pure flamme
Qui s'élève et qui proclame
La grandeur de votre amour."
Village au fond de la vallée
Des jours, des nuits, le temps a fui
Voici qu'en la nuit étoilée
Un coeur s'endort, François est mort...
Car toute chair est comme l'herbe
Elle est comme la fleur des champs
Épis, fruits mûrs, bouquets et gerbes,
Hélas vont en se desséchant...
Une cloche sonne, sonne
Sa voix d'écho en écho
Dit au monde qui s'étonne
La mort de François Nicot
Elle chante dans la mort
Obsédante et monotone
Elle redit aux vivants:
"Ne tremblez pas coeurs fidèles
Dieu vous fera signe un jour
Vous trouverez sous son aile
Avec la Vie Éternelle
L'éternité de l'amour..."
(Auteur: Jean Villard Gilles)
Tekst: Les Trois Cloches (De drie klokken) - Nederlandse vertaling
Opmerking door de tekstvertaalster: Van het laatste couplet bestaan meerdere versies. De Edith Piaff versie is aangehouden, met dien verstande dat er 3 tekstregels zijn toegevoegd, zodat het laatste couplet nog mooier tot zijn recht komt met alle 12 zinnen. Het speelt een belangrijke afsluitende rol: de onherroepelijke dood.
Een dorp diep in de vallei
Als verdwaald, bijna genegeerd
Het is hier, dat in de sterrennacht
Een nieuwgeborene ons is gegeven
Jean François Nicot is hij genoemd
Hij is mollig, zacht en roze
In de kerk, mooi klein manneke
Daar word je morgen gedoopt…
Eén klok luidt en luidt
Zijn stem vol met echo's
Zegt tegen de mensen die verbaasd zijn
"Dit is voor Jean François Nicot"
Dit is om een zieltje welkom te heten
Een bloem die opengaat voor de dag
Nog pas nauwelijks een vlammetje
Nog zwak, die verlangt naar
Bescherming, tederheid, liefde
Een dorp diep in de vallei
Ver van de wegen, ver van de mensen
Het is hier, na 19 jaren
Dat, ontroerd tot in zijn hart, Jean François
De lieve Elise tot zijn vrouw neemt
Blank als een appelbloesem
Voor God in de oude kerk
Zijn zij die dag getrouwd…
Alle klokken luiden en luiden
Hun stemmen zijn vol echo's
Op prachtige wijze bekronen zij
Het huwelijk van François Nicot
Tot "één hart en één ziel"
Zegt de priester: "en voor altijd
Wees een zuivere vlam
Die opstaat en die verkondigt
De grootsheid van jullie liefde"
Een dorp diep in de vallei
Dagen, nachten, de tijd is gevlogen
Het is hier, in de sterrennacht
Dat een hart is ingeslapen, François is dood…
Want al het vlees is als het gras
Het is als de bloemen van het veld
Aren, rijpe vruchten, boeketten en schoven
Helaas, zij vergaan, ze drogen op…
Eén klok luidt en luidt
Zijn stem vol met echo's
Vertelt de mensen die verbaasd zijn
Van de dood van François Nicot
Hij bezingt de dood.
Obsessief en monotoon
Herhaalt hij tot de levenden:
"Beef niet, trouwe harten
God geeft u op een dag een teken
U zult onder zijn vleugel zijn
Samen met het Eeuwige Leven
De eeuwigheid van de liefde…"
{{ 'Comments (%count%)' | trans {count:count} }}
{{ 'Comments are closed.' | trans }}