10. La foule (1957) - Edith Piaf
Édith Piaf is het pseudoniem van Édith Giovanna Gassion (Parijs, 19 december 1915 – Grasse, 10 oktober 1963), die als Franse zangeres wereldwijde bekendheid kreeg. Bijgenaamd "la Môme Piaf", was ze een music hall en variétézangeres. Een buitengewone persoonlijkheid, ze zal vele componisten inspireren en ondanks ernstige gezondheidsproblemen internationale faam verwerven. Édith Piaf was ook een actrice in theater en film. Haar bekendste chansons, zijn: La Vie en rose, Non, je ne regrette rien en Milord (geschreven door Georges Moustaki).
Piaf werd in Parijs geboren als dochter van een Italiaans-Berberse kroegzangeres en een Franse acrobaat. Édith Piaf werd geboren in een zeer arm gezin. Volgens de legende werd ze geboren op de trappen van de voordeur van een gebouw. Ze werd opgevoed door haar grootmoeder, die in Normandië een bordeel uitbaatte. Haar debuut als zangeres maakte zij rond haar vijftiende jaar als straatzangeres. Toen Piaf 17 jaar was, kreeg ze een dochter (Marcelle), verwekt door Louis Dupont, een Parijse koerier op wie zij verliefd geworden was. Het kind overleed op tweejarige leeftijd aan een hersenvliesontsteking.
Ze kent een moeilijke start in het leven en moest zich zelfs prostitueren om een paar centen te verdienen. In het najaar van 1935 zong Édith Piaf op straat nummers uit het repertoire van Fréhel (een beroemde zanger van die tijd) en werd hierbij op twintigjarige leeftijd als zangeres ontdekt door de eigenaar van het Parijse Cirque Médrano. In 1936 trad zij voor het eerst op in dat theater. Piaf was bij publieke optredens erg nerveus. Nachtclubeigenaar Louis Leplée moedigde haar aan desondanks door te gaan en gaf haar de bijnaam La Môme Piaf (De kleine mus). Leplée werd korte tijd later vermoord. Piaf werd verdacht van medeplichtigheid, maar ze werd vrijgesproken.
[foto: Lipnitzki / Roger Viollet / Getty Images]
Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog schreef Piaf haar befaamde nummer La Vie en rose. Zij was toen zowel bij de Duitse bezetters als onder de Franse bevolking een geliefde zangeres. Ze onderbrak haar carrière niet in de oorlog en gaat zelfs zingen in Duitsland. Ze zal na de oorlog niet worden berecht, want ze zong voor Franse gevangenen in Duitsland en zou hebben weten te ontsnappen aan soldaten uit nazi-Duitsland. Na de oorlog trad ze overal in Europa op en breidde haar roem zich buiten Frankrijk uit. In 1955 had ze zelfs een grote carrière in de Verenigde Staten. Ze zingt regelmatig in Carnegie Hall in New York. Haar tragische leven wordt weerspiegeld in haar muziek, met als specialiteit de met hartverscheurende stem voorgedragen scherpe ballade.
Piaf overleed op 47-jarige leeftijd aan een inwendige bloeding in Plascassier (gemeente Grasse) op 10 oktober 1963. Aan het einde van haar leven was Edith Piaf uitgeput en ziek. Ze is uitgeput door alcohol, morfine en het lijden van haar leven. Haar lichaam werd per ambulance naar haar huis in Parijs overgebracht, waar het voor het publiek werd opgebaard. Haar begrafenis trok honderdduizenden belangstellenden en de plechtigheid bij de begraafplaats werd geblokkeerd door meer dan veertigduizend bewonderaars. Charles Aznavour, die de start van zijn carrière aan Piaf te danken had - ze ging met hem op reis in Frankrijk en de Verenigde Staten -, herinnerde eraan dat de begrafenis van Piaf het enige moment was na de Tweede Wereldoorlog dat het verkeer in Parijs stillag.
Édith Piaf had veel romantische relaties, met name met bokser Marcel Cerdan en met de zangers Yves Montand en Georges Moustaki (tekstschrijver van het nummer Milord, één van zijn grootste hits). Ze trouwde twee keer: met zanger Jacques Pills (van 1952 tot hun scheiding in 1956), daarna met Théo Sarapo (van 1962 tot zijn dood in 1963). Vandaag de dag wordt zij herinnerd en gerespecteerd als een van de grootste zangeressen die Frankrijk ooit heeft gehad. Haar leven had echter verschillende kanten: haar beroemdheid contrasteerde scherp met haar droevige persoonlijke leven.
(bronnen: fr.vikipedia.org, nl.wikideck.com, nl.wikipedia.org)
La foule (de menigte) is van origine een Argentijns lied, Que nadie sepa mi sufrir (Spaans voor Laat niemand mijn lijden zien), geschreven door Ángel Cabral (muziek) en Enrique Dizeo (tekst). Het dateert uit 1936, en werd voor het eerst opgenomen door de eveneens Argentijnse zanger Hugo del Carril, pseudoniem van Pierre Bruno Hugo Fontana. Hij was meer filmster dan zanger. Het lied was in de anonimiteit gebleven als Alberto Castilla het in 1953 niet had opgenomen. Edith Piaf hoorde het tijdens haar tournee door Zuid-Amerika en liet er een Franse versie van schrijven. De tekst van Dizeo werd daarbij vervangen door een tekst van de net beginnende Michel Rivgauche (pseudoniem voor Mariano Ruiz). De titel ervan werd La foule. Zowel de Spaanse als de Franse titel bleven naast elkaar bestaan. Niet veel later werd het lied bekend onder de (weer Spaanse) titel Amor de mis amores.
De teksten van Michel Rivgauche betreffen de toevallige ontmoeting tussen de zangeres en een man in het midden van een dichte en feestelijke menigte. Het is liefde op het eerste gezicht, niet in het minst aan de kant van de zangeres, die de menigte bedankt voor het geven voor deze man. Maar net zo snel als het hen samen bracht, scheidt de menigte hen en ze ziet hem nooit meer.
Het was een Peruviaanse Wals, die in de periode tussen de jaren 1930 en 1950 een zeer populair muziekgenre was in het Spaanssprekende Amerika. Het werd door talloze artiesten gecoverd. In 1981 bestormde Julio Iglesias de Nederlandse hitparades met zijn versie van het origineel. Degene die het buiten Piaf het meest heeft gezongen is waarschijnlijk Mireille Mathieu. Zij zong een aantal albums vol met een verwijzing naar Piaf. Ook Liesbeth List en Jo Lemaire zongen La foule.
Tekst: La Foule
Je revois la ville en fête et en délire
Suffoquant sous le soleil et sous la joie
Et j'entends dans la musique les cris, les rires
Qui éclatent et rebondissent autour de moi
Et perdue parmi ces gens qui me bousculent
Étourdie, désemparée, je reste là
Quand soudain, je me retourne, il se recule
Et la foule vient me jeter entre ses bras
Emportés par la foule qui nous traîne
Nous entraîne
Écrasés l'un contre l'autre
Nous ne formons qu'un seul corps
Et le flot sans effort
Nous pousse, enchaînés l'un et l'autre
Et nous laisse tous deux
Épanouis, enivrés et heureux
Entraînés par la foule qui s'élance
Et qui danse
Une folle farandole
Nos deux mains restent soudées
Et parfois soulevés
Nos deux corps enlacés s'envolent
Et retombent tous deux
Épanouis, enivrés et heureux
Et la joie éclaboussée par son sourire
Me transperce et rejaillit au fond de moi
Mais soudain je pousse un cri parmi les rires
Quand la foule vient l'arracher d'entre mes bras
Emportés par la foule qui nous traîne
Nous entraîne
Nous éloigne l'un de l'autre
Je lutte et je me débats
Mais le son de ma voix
S'étouffe dans les rires des autres
Et je crie de douleur, de fureur et de rage
Et je pleure
Entraînée par la foule qui s'élance
Et qui danse
Une folle farandole
Je suis emportée au loin
Et je crispe mes poings, maudissant la foule qui me vole
L'homme qu'elle m'avait donné
Et que je n'ai jamais retrouvé
(Auteur: Enrique Dizeo, Componist: Angel Cabral)
Tekst: La Foule - Nederlandse vertaling
Vertaling Henriëtte v/d Staay - Limmen (NH)
Ik zie weer de stad in feest en in vervoering
Die stikt onder de zon en onder de vreugd'
En ik hoor in de muziek de kreten, het gelach
Die uitbarsten en stuiteren om mij heen
En verloren tussen die mensen word ik opgejaagd
Duizelig, hulpeloos, blijf ik staan
Opeens, als ik mij omdraai, stapt hij achteruit
En de menigte lanceert mij in zijn armen
Meegesleurd door de menigte die ons meevoert
Ons meesleept
De een tegen de ander aangedrukt
Vormen wij samen slechts één lichaam
En de stroom, moeiteloos
Duwt ons vast aaneengeketend voort
En laat ons beiden achter
Opgetogen, dronken en gelukkig
Meegesleept door de menigte die hotst
En die danst
Een dwaze farandole*
Blijven onze twee handen verenigd
En worden soms hoog opgetild
Onze twee verstrengelde lichamen vliegen
En vallen dan weer terug
Opgetogen, dronken en gelukkig
En de vreugde die spat van zijn glimlach
Doorboort mij en weerspiegelt in mijn binnenste
Maar opeens gil ik temidden van het gelach
Als de menigte hem wegtrekt uit mijn armen
Meegesleurd door de menigte die ons meevoert
Ons meesleept
Maar ons verwijdert van elkaar
Ik vecht en ik worstel
Maar het geluid van mijn stem
Wordt gesmoord in het gelach van anderen
En ik schreeuw van pijn, woede en razernij
En ik huil
Meegesleept door de menigte die hotst
En die danst
Een dwaze farandole
Word ik naar de verte meegevoerd
En ik bal mijn vuisten, vervloek de menigte die mij berooft
Van de man die ze mij hadden gegeven
En die ik nooit teruggevonden heb.
* een farandole is een Portugese reidans
Correctie ìngezonden door Joop Koehler: "farandole = De farandole is een Provençaalse reidans in een matig tempo en zes achtste maat, waarbij de leider gevolgd wordt door een lange, slingerende rij dansers. Geen Portugese dans dus. Maar Provençaals."
{{ 'Comments (%count%)' | trans {count:count} }}
{{ 'Comments are closed.' | trans }}